Paarden krijgen zand binnen bij het grazen in een (kale) wei, als ze stoffig of zanderig hooi eten of als ze in de paddock ‘zandhappen’. Ook wanneer ze hooi eten vanaf kale grond nemen ze meer zand op. Let op: ook modder, klei en andere grondsoorten kunnen zandkoliek veroorzaken. Dus niet alleen op zandgronden krijgen paarden zandkoliek!
Op zich kunnen paarden kleine hoeveelheden zand zelf goed verwerken. Zand wordt elke paar dagen via de mest weer uitgescheiden. Eigenlijk hebben alle paarden wel een klein beetje zand in hun buik zitten, zonder dat ze daar last van hoeven krijgen.
Het zand hoopt zich op in het darmstelsel, vooral in de dikke darm. Als er meer zand binnenkomt dan er weer uit gaat, kan zich een zware, compacte laag op de bodem van de darm vormen. Bij heftige gevallen van zandophoping kan meer dan 60% van de darminhoud in beslag genomen worden door zand.
Niet alleen blokkeert al dit zand de doorgang van voedsel, het maakt de darmen ook zwaar, hetgeen pijnlijk kan zijn voor je paard. Sneller en actiever zal een paard ook niet worden van alle kilo’s zand die het meesleept. In extreme gevallen is wel 40 kilo zand in één paard aangetroffen! Ook kiezels worden regelmatig tussen de zandophopingen in paardenbuiken gevonden. Niet zo gezond…